Riziv-conventiepremie is eigendom van artsen in opleiding
De onlangs ingevoerde Riziv-premie voor zorgverleners is hun integrale eigendom. Het geld wil conventionering aanmoedigen. Dat het Brusselse H.U.B. hun artsen, met inbegrip van de artsen in opleiding, vraagt om de premie door te storten kan absoluut niet door de beugel, vindt de Bvas.
De website van de Specialist vermeldde een recente brief van de Brusselse H.U.B. (Hôpital Universitaire de Bruxelles: Erasme, Bordet en HUDERF). Daarin vroeg het ziekenhuis de artsen (in opleiding) de pas ingevoerde Riziv-conventiepremie door te storten naar het ziekenhuis. De Franstalige tegenhanger van VASO, DeMeFF, was zeer verontwaardigd en ook VASO reageert verbolgen. "Het toont opnieuw de mentaliteit in enkele ziekenhuizen om de ASO vooral als inkomstenbron te zien en niet als volwaardige partner, zo klinkt het bij VASO. De Bvas laat nu weten de ASO's te steunen.
Energiekosten
Volgens de brief compenseert de premie immers al gemaakte kosten en komt het geld dus aan het ziekenhuis toe.
De Bvas volgt die redenering niet. Oorspronkelijk ging het inderdaad om een eenmalige premie om gestegen energiekosten te compenseren, aldus het syndicaat. Maar daarna werd het bedrag 'geïnstitutionaliseerd' en diende het enkel om conventionering te stimuleren. En dus is de link met gestegen energiekosten doorgeknipt.
Een ziekenhuis kan hierop dus geen aanspraak maken, redeneert het artsensyndicaat.
Verworven recht
De Bvas verwijst ook naar het Koninklijk Besluit. De voorwaarden om de premie te verkrijgen zijn: geregistreerd staan en een minimumdrempel ambulante diensten halen. Voor ASO's zijn de voorwaarden vervuld omdat ze gelijkgesteld zijn aan het vereiste activiteitsniveau en ze geen ambulante prestaties hoeven aan te rekenen.
"Dit is een verworven recht, vindt Bvas-voorzitter Johan Blanckaert. "Het Riziv stort de bedragen rechtstreeks op de door de ASO opgegeven bankrekening. We raden hen dan ook aan om hun eigen bankrekeningnummer op te geven, niet dat van het ziekenhuis."
