Ziekenhuisinformatica moet motor zijn van zorgkwaliteit
Het EPD stond centraal op het 18de colloquium 'Automatisering en zorgverlening'. De ziekenhuisinformatica is dan ook het centrale thema van dit jaarlijks terugkerend evenement, georganiseerd door de NVKVV (Nationaal Verbond van Katholieke Vlaamse Verpleegkundigen en Vroedvrouwen).
Het EPD - het elektronische patiëntendossier in het ziekenhuis - is aan grondige vernieuwing toe. De eerste keynote-spreker van dit uitgebreide en druk bijgewoonde colloquium donderdag 22 mei was de cio van het UZ Gent, prof. Bart Sijnave. Hij zette even op een rijtje wat de verschillende uitdagingen zijn waarvoor het toekomstgerichte EPD staat.
Virtueel en multidimensionaal
Virtueel is het sleutelwoord. Virtueel kun je ook interpreteren als 'in the cloud'. Waar de data precies staan doet er eigenlijk niet, zolang ze daar maar veilig beheerd worden. En zolang ze zo breed mogelijk beschikbaar zijn. Op de desktop van de arts bijvoorbeeld, maar ook op zijn tablet en/of smart phone.
Virtueel betekent ook multidimensionaal: het EPD heeft verschillende vertakkingen en verschillende pijlers. Er is de koppeling naar het administratieve beheer binnen het ziekenhuis. Maar ook de koppeling naar de buitenwereld: met andere ziekenhuizen, met de huisarts en andere ambulante zorgverleners, en vooral met de patiënt zelf - bijvoorbeeld in het kader van telemonitoring.
Multidimensionaal houdt tevens de gegevensuitwisseling in over verschillende platforms: over de eigen portal via de ziekenhuishub, over het eHealth-platform, Vitalink,...
Het EPD beheert dan ook een grote hoeveelheid data, maar die het systeem moet kunnen integreren om de gebruiker direct inzicht en kennis te bieden, aangepast aan zijn eigen behoefte. Het EPD moet zo ook de participatie van de patiënt vergroten, wat tot efficiëntere zorg moet leiden.
Het EPD moet ten slotte vooral leiden tot een grotere kwaliteit van de zorg, die steeds complexer wordt en waaraan ook een steeds groter aantal actoren aan deelnemen.
Het EPD ontwikkelen is voor alle betrokkenen een veel complexere zaak dan het lijkt, waarschuwt prof. Sijnave. De eerste stappen lijken evident, maar ga je ermee door dan moet je er erg voor oppassen dat het geen sprong wordt in het ijle.
Optimalisatie door datamining
Ziekenhuisinformatiesystemen zijn in beweging - dat was het uitgangspunt van de tweede keynote-spreker: Guido Dedene, hoogleraar Management Informatics aan de KU Leuven. Het is voor prof. Dedene erop of eronder met de ziekenhuisinformatica. De druk om efficiënt te zijn is erg hoog in de gezondheidszorg, en wordt ook steeds groter. Dat laat amper ruimte om die zorg ook nog te vernieuwen. Het is dan ook op de behoefte aan aanpassing en vernieuwing dat een informaticasysteem moet kunnen inspelen.
Het informaticasysteem moet de zorgprocessen kunnen doorlichten, de 'waardelekken' kunnen opsporen, de zorgpaden in kaart brengen en de mogelijkheden voor optimalisatie zichtbaar maken. Al zijn de systemen om dit soort van datamining te kunnen verrichten nog betrekkelijk jong. Het informaticasysteem moet dan ook op het scherp van de snede blijven
Om competititief te zijn moet het nieuwe systeem kostenefficiënt zijn, en een schaalvoordeel kunnen opleveren. En het moet "klantgericht" zijn, want elke euro die je investeert in de relatie met de patiënt, is een euro die terugkomt.
Kostenefficiënt houdt ook in dat je voldoende in de informatica investeert. Afdingen op het budget kan zeer onproductief zijn. De onderdelen waarop je wil besparen maken het misschien juist mogelijk dat je voldoende de gegevens kunt integreren, en de performantie van je zorgpaden onder controle kunt houden.
Besparen is dan weggegooid geld.
Wat dat betreft zitten Belgische ziekenhuizen wel krap. Uit benchmarking van de Nederlandse ziekenhuizen blijkt dat een goede ICT gemiddeld meer dan 4% van het budget van het ziekenhuis vraagt - en dat loopt van jaar tot jaar op. Misschien zijn Belgische ziekenhuizen wat efficiënter dan de Nederlandse, Dedene rekent zelf zo ongeveer een 40%. Maar hoeveel Belgische ziekenhuizen kunnen 3% van hun budget voor ICT uitgeven?
Een mogelijkheid is om software zoveel mogelijk te gaan hergebruiken. Volgens de literatuur reduceert dat de kost van de software tot een vijfde. Natuurlijk kost het wel meer (de helft meer om preciezer te zijn) om software zo te ontwikkelen dat die hergebruikt kan worden - maar dan nog lopen de kosten van de investering terug naarmate meer ziekenhuizen met hetzelfde systeem aan de slag gaan.
Omdat het systeem schaalvoordelen zou bieden, moeten ook een aantal basisvoorwaarden voldaan zijn, onderstreept Dedene. Natuurlijk moet je voldoende en gekwalificeerd ICT-personeel hebben, dat zich ook naargelang de behoeften van het ziekenhuis verder kan bekwamen.
Maar belangrijk om de schaalvoordelen te behalen zijn de standaardisering van de processen en het delen van een gemeenschappelijke basisstructuur door alle afdelingen. Het kan niet dat die arts of gene afdeling bij uitzondering toch nog bij wijze van uitzondering op een ander systeem gaat werken. Dat doet de voordelen van de investeringen teniet.